
De reiger voelde zijn knorrende maag en zette de landing in boven een weiland. Hij streek neer vlakbij een sloot en zocht een mooi, rustig stekje aan het water. Tevreden bestudeerde hij het wateroppervlak. Hier en daar rimpelingen. Dat beloofde een uitstekende lunch. ‘Goed toeven hier.’ De reiger verstijfde. Pal aan de overkant verscheen een grote zwartwitte ...